Wagenziek

Wagenziek

Als ik hem zie,
dan draai ik gauw,
decent mijn hoofd opzij,
en houd ik dat dan even vol,
dan is hij zo voorbij.

Maar maandag had ik pech gehad,
‘k moest stoppen met mijn fiets,
en naast mij aan de linkerkant
verscheen hij uit het niets

En we moesten kijken naar elkaar
dat varken en ik
Dat duurde en dat duurde maar
Een eeuwig ogenblik

Voorzichtig door een smalle spleet
aaide ik zijn bleke kop
zei zachtjes dat het me zo speet
toen trok de wagen op

– Marianne Dart